In de afgelopen vergadercyclus werd een eerste aanzet tot een kadernotitie Leefbaarheid & Veiligheid besproken. Dat leverde een enerverende discussie op, waarbij we de twijfelachtige eer hadden dit in twee sessies te mogen doen, omdat de gemoederen zo verhit raakten dat voor het eerst in de geschiedenis van de Limburgse staten de vergadering voor enkele weken werd geschorst.

Als iets duidelijk werd uit de kadernotitie, dan was het wel het schisma tussen coalitie en oppositie op dit onderwerp. Wat moet of kan de provincie werkelijk bereiken met het onderwerp veiligheid, waar het Rijk en de gemeente belangrijke wettelijk toebedeelde bevoegdheden hebben? Veel, zeggen VVD en PVV. Geen fluit, klonk het redelijk eensluidend uit de monden van de oppositie. Juist omdat deze worsteling duidelijk uit de kadernotitie naar voren kwam, ging de discussie alle kanten op. Het was dan ook niet zo gek dat wietpas en Polenmeldpunt ook de revue passeerden.

De gedeputeerde spelde zich in driedubbel opzicht een brevet van onvermogen op. Ten eerste acht hij zichzelf zo ongeschikt als boegbeeld voor zijn eigen beleid dat hij hiervoor een - door een meerderheid afgewezen - kwartiermaker nodig acht.
Ten tweede durfde hij op geen enkele wijze stelling te nemen in de discussie over het Polenmeldpunt. Het doel van de kadernotitie is namelijk het verhogen van het subjectieve veiligheidsgevoel van de Limburgse bevolking. Op de vraag of het Polenmeldpunt het subjectieve veiligheidsgevoel met betrekking tot Midden- en Oost-Europeanen toch in enige mate zou beïnvloeden, kwam hij niet verder dan het antwoord dat hij dit niet wist. Als een gedeputeerde dat al niet weet, hoe kunnen we dan van hem verwachten dat hij het gestelde doel zal bereiken? Krachtdadig is het tegenovergestelde van hoe gedeputeerde Janssen overkwam.
De grootste nederlaag was echter dat de kadernotitie zodanig gefileerd werd door alle partijen, met uitzondering van Janssen's eigen PVV, dat hij zich gedwongen voelde de kadernotitie terug te trekken om zijn huiswerk opnieuw te doen.

Terugkomend op het schisma, werd ook een ideologisch verschil duidelijk. Waar de coalitiepartijen in de huidige samenstelling vooral willen inzetten op repressie, en dus op de "Veiligheid"-kant van de kadernotitie, was de inzet van GroenLinks veel meer op "Leefbaarheid" gericht. Wij vinden namelijk dat je veel meer op veiligheidsgebied kunt bereiken, als je daadwerkelijk wijken en dorpen leefbaarder maakt. Als mensen voelen en weten dat iedereen deel uitmaakt van onze maatschappij. Als mantelzorgers zich gesteund weten. Als dorpen goed bereikbare voorzieningen in de buurt hebben. Als de ontwikkeling van kinderen niet langer bedreigd wordt. Als mensen elkaar weer kennen en weer durven aan te spreken. Wanneer jongeren en ouderen elkaar respecteren en ontspannen met elkaar omgaan. Dat dwing je niet af met brute kracht, daarvoor moet je willen investeren in mensen. De gedeputeerde antwoorde dat hij dat gehoord had, en het mee zou nemen voor de nieuwe kadernotitie. Daar zullen we hem aan herinneren in april, want dan wordt de discussie voortgezet, in derde termijn.