Duurzame energie is nodig.

We zien al gevolgen van klimaatverandering: meer weersextremen, een voorjaar dat steeds vroeger arriveert, flora en fauna die zich niet snel genoeg kan aanpassen. Gebruik van fossiele brandstoffen leidt ook tot grote gezondheidsschade. Wereldwijd kan 1 op de 5 overlijdens worden toegerekend aan fossiele brandstoffen, voornamelijk door uitstoot van fijnstof. Besparen van energie zou de hoogste prioriteit moeten zijn maar is dat helaas niet altijd. Energie van zon en wind zijn hard nodig.

Voor zonneparken staat ook GLL achter het hanteren van de voorkeursvolgorde in de zonneladder, zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/10/26/kamerbr….

Windturbines plaatsen we bij voorkeur langs (snel-)wegen of op industrieterreinen. Nieuwe landelijke milieunormen voor windturbines zijn bijna afgerond. De Commissie voor de Milieueffectrapportage (MER) is overwegend positief: https://www.commissiemer.nl/docs/mer/p36/p3615/a3615vts.pdf. GLL pleit voor internationale afstemming over te hanteren regels zodat windturbines niet net over de grens kunnen worden geplaatst waar ze volgens de Nederlandse regels niet hadden mogen staan. 

Alle gemeenten hebben afspraken gemaakt over de hoeveelheid op te wekken duurzame energie en soms ook over besparing in de Regionale Energie Strategie of RES. De voortgang is te volgen op het dataportaal van de Provincie: https://dataportaal-viewer.prvlimburg.nl/jive?var=d_33a. In 2023 is 1023 GWh opgewekt, voor ca. 60% met zon-op-dak. De doelstelling voor 2030 is 2500 GWh. Dat gaat vrijwel zeker niet worden gehaald.

Ruimte

Ook de energietransitie vraagt om schaarse ruimte. Bij voorkeur gebruiken we ruimte in of rond versteende gebied of (spoor-) wegen. Uiteraard blijven milieunormen voor wat betreft afstand, geluid en slagschaduw leidend. Bij gebruik op landbouwgrond pleit GLL voor dubbelgebruik. Voor windturbines is dubbelgebruik de standaard: rond de voet van een windturbine kunnen gewassen groeien of veedieren grazen. Voor zonneparken is de combinatie van opwek met zonnepanelen en agrarisch gebruik sterk in opkomst. Helaas heeft een meerderheid in Provinciale Staten het boeren in Limburg vrijwel onmogelijk gemaakt om deze zogenaamde agri-pv toe te passen.

De hoeveelheid ruimte die nodig is om de RES-doelen te halen is vergelijkbaar met die van bijvoorbeeld de bloementeelt. Wat GLL betreft is dat zeker verdedigbaar.

Milieu

De energie en materialen nodig voor windturbines worden in korte tijd (6 tot 24 maanden) terugverdiend. Voor zonneparken duurt dat wat langer. Er doen verhalen de ronde over milieuschade (bisphenol-A van windturbinebladen, SF6 lekkage uit generatoren, zware metalen die afspoelen van zonneparken). De veronderstelde milieuschade valt in het niet bij het gebruik van deze stoffen in andere toepassingen.

GLL pleit op alle fronten voor een circulaire economie. Dus ook in de energiesector. Windturbines en zonnepanelen kunnen voor meer dan 95% worden gerecycled. Dat percentage neemt nog toe, met name door betere technieken om de bladen van windturbines te verwerken. Er zijn overigens ook interessante voorbeelden van hergebruik, zoals toepassing van bladen van windturbines als geluidswal.

Gezondheid

GLL onderschrijft de conclusies van o.a. het RIVM dat er geen direct aantoonbare gezondheidsschade is van windturbines. Organisaties als Clintel, Climategate of lokale BLOW-afdelingen proberen die conclusies te ondermijnen met verschillende vormen van desinformatie: nepwetenschap, uit de context gehaalde artikelen of valse tegenstellingen. Een veelgebruikte voorbeeld van dat laatste is het beroep op het voorzorgsbeginsel. Dat wordt wél toegepast op de - niet bewezen - gezondheidsschade van windturbines maar niét op de - bewezen - gezondheidsschade van fossiele brandstoffen of verkeers- en vliegtuiglawaai. De rechter heeft bepaald dat o.a. gezegd mag worden dat Clintel "een internationale desinformatiecampagne ten aanzien van het klimaat(beleid)" voert (https://linkeddata.overheid.nl/front/portal/document-viewer?ext-id=ECLI…).

Windturbines veroorzaken wel hinder door geluid, infrasone trillingen of slagschaduw. Er zijn in Nederland naar schatting zo'n 30.000 ernstig gehinderden door windturbines. In vergelijking met andere bronnen (wegen, vliegtuigen, industrie) is dat weliswaar niet veel maar uiteraard moet hinder ook hier zoveel mogelijk worden beperkt. Hinder kán leiden tot stress en slaapproblemen en daardoor kunnen gezondheidsproblemen ontstaan. Hierin spelen ook niet-fysieke factoren een rol zoals opvattingen over klimaat en energie, participatie door omwonenden en wel of niet profiteren van de opbrengsten.

Netcongestie

Er wordt vaak gezegd dat windturbines en zonneparken de netcongestie verergeren. Soms worden termen als "wiebelstroom" of "dunkelflaute" gebruikt. De praktijk is een stuk meer complex. Er bestaan namelijk al tientallen jaren voorzieningen om onbalans op het stroomnet tegen te gaan. De toename in het gebruik van stroom staat los van hoe deze wordt opgewekt. Vier kerncentrales erbij, zoals het kabinet wil, vragen ook een aanzienlijke verzwaring van het stroomnet. 

Windturbines en zonneparken zijn lokale stroombronnen van maximaal enkele honderden megawatts. Als deze stroom direct lokaal wordt gebruikt (bijvoorbeeld via een energyhub) of tijdelijk wordt opgeslagen kunnen ze het stroomnet juist ontlasten. Omdat Windturbines en zonneparken zware aansluitingen op het stroomnet vragen kan de netbeheerder eisen stellen. Eén zo'n eis is lokale opslag die moet worden gebruikt voor stabilisatie.

Conclusie

Het frame dat GroenLinks Nederland "wil volzetten met windmolens en zonneparken en gezondheids- en milieueffecten negeert" is nergens op gebaseerd. Zoals met alles vraagt ook de energietransitie om zorgvuldige afwegingen. In voorkomende gevallen heeft ook de rechtbank Limburg geoordeeld dat plaatsing van windturbines proportioneel is, bv windpark Egchelse Heide (ECLI:NL:RBLIM:2019:1314). 

Meer zon en wind op land is nodig. En na zorgvuldige afweging kan dat ook.