Op vrijdag 9 oktober jl. besprak het Limburgs Parlement het vooronderzoek naar de rol van de Commissaris van de Koningin, Leon Frissen, bij het debacle van Sporting Limburg. De komst van deze fusieclub van Roda JC en Fortuna SC werd op 2 april 2008 door de stuurgroep die met de voorbereiding van deze fusie belast was, groots aangekondigd in een persconferentie en nog geen week later afgeblazen. De schulden van Fortuna SC konden niet worden weggewerkt en belangrijker nog: de aangekondigde bijdrage van de Provincie van ongeveer 8 miljoen euro zou uitblijven omdat het Limburgs Parlement, onaangenaam verrast dit uit de krant te moeten lezen, dit niet goed zou keuren. De stuurgroep was des duivels omdat ze van mening was dat de provincie harde toezeggingen had gedaan.
Vandaar een zogenaamd vooronderzoek, omdat het CDA traditiegetrouw niets grondig wil laten onderzoeken dat ook maar enigszins een bestuurder van CDA huize in verlegenheid kan brengen. Bovendien werd op last van CDA en PvdA de vraagstelling beperkt tot die naar juridisch bindende toezeggingen. De stuurgroep werkte om die reden niet mee.
Desondanks gaf het vooronderzoek een interessant beeld van wat zich ruim een half jaar achter de schermen had afgespeeld.
De rol van de provincie die naar het Limburgs Parlement toe was voorgespiegeld als beperkt tot het faciliteren van het fusieproces bleek in de loop der maanden uitgebreid tot die van medefinancier van de nieuwe Betaald Voetbal Organisatie. Een overheidsrol die politiek omstreden is. Deze koersverandering is nooit langs de formele weg aan het Limburgs Parlement bekend gemaakt en daar ter discussie gesteld. Een tweede opvallend punt was dat begin april de CdK de stuurgroep, die nog even wilde wachten omdat niet alle problemen waren opgelost, liet weten gerust de fusie op 2 april bekend te kunnen maken terwijl het Limburgs Parlement, zoals gezegd, van niets wist en in een ingelast debat tijdens de vergadering op 3 april niet bereid bleek tot financiële steunverlening aan Sporting Limburg.
Kortom het debat draaide voor GroenLinks en een aantal andere fracties om twee vragen:
- waarom heeft de CdK het draagvlak in het Limburgs Parlement voor provinciale sponsoring van Sporting Limburg niet langs de normale weg vooraf getoetst?
- waarom moest de stuurgroep zo snel van de CdK de fusie aankondigen?
Om allerlei redenen duurde dit debat van twee uur ‘s middags tot half twaalf ‘s avonds! En dat terwijl de CdK meteen klip en klaar deze vragen had kunnen beantwoorden en kunnen toezeggen deze handelwijze voortaan achterwege te laten in plaats van daarmee tot half elf ’s avonds te wachten na veel te lange betogen over hoe goed hij het allemaal voorhad met zijn streven via de vorming van een voetbalclub Zuid-Limburg op een positieve manier in de belangstelling te zetten.
Niet alleen dat maakte het debat ongemakkelijk.
De coalitiefracties waren er vooral op uit het debat zo snel mogelijk te beëindigen zonder lessen voor de toekomst te trekken. Peter van Dijk, fractievoorzitter van de PvdA, vond het nodig de oppositiepartijen aan te wrijven dat zij met hun mondelinge en schriftelijke vragen alleen maar er op uit waren om zand in de provinciale machinerie te strooien.
Opvallend was dat met name het CDA forse verwijten maakte aan de armlastige gemeente Sittard-Geleen dat deze de schulden van Fortuna niet wilde aflossen. Een standpunt dat door die gemeente overigens uitdrukkelijk en wel beargumenteerd op voorstel van GroenLinks met steun van de meerderheid in de gemeenteraad is ingenomen. Niet alleen in het Limburgs Parlement maar ook in gemeenteraden is GroenLinks van mening dat commerciële Betaald Voetbal Organisaties niet door de overheden op de been moeten worden gehouden maar dat ze zelf hun begrotingen die te vaak bodemloze putten bevatten op orde moeten houden.
Overigens bleek in de eerste termijn van het debat dat Geert Frische, fractievoorzitter van het CDA, begin maart wel door de CdK op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen in het Sporting Limburg dossier. Peter van Dijk meldde dat niet. En evenmin Jos van Rey die op andere titel dan Statenlid betrokken en geïnformeerd bleek.
Ook het verschil in inzet tussen oppositiepartijen speelde bij dit debat parten. De VVD heeft de CdK nog steeds niet vergeven dat de VVD in april 2007 buiten de coalitie is gehouden door CDA en PvdA en vond dat zijn positie daardoor en onder meer door de affaires met Vrehen en het declaratiegedrag van GS-leden onhoudbaar was. Voor GroenLinks en andere fracties ging het meer om een afweging te maken of de CdK nog het vertrouwen mocht hebben op basis van zijn handelwijze met betrekking tot Sporting Limburg en de lessen die hij daaruit voor de toekomst trok.
Omdat de CdK in de eerste termijn geen antwoord gaf op bovengenoemde vragen en dus ook geen blijk gaf iets daarvan geleerd te hebben, overlegden de fracties van SP, VVD, GroenLinks, Partij voor de Dieren en SPD over een motie van wantrouwen tegen de CdK. Besloten werd dat deze niet ingediend hoefde te worden om de CdK in de tweede termijn nog een kans te geven om tot the point te komen. De VVD had daar enige moeite mee maar ging akkoord. Die boodschap werd ook door de woordvoerders gebracht. De CdK werd op het hart gedrukt in te gaan op de vragen om zo de indiening van een motie van wantrouwen te vermijden.
In deze merkwaardige tweede termijn kwam de CdK uiteindelijk de oppositiefracties tegemoet nadat hij terloops verklapt had naast Geert Frische ook Peter van Dijk, fractievoorzitter van de PvdA, en Jos van Rey ruim voor april te hebben geïnformeerd over de plannen voor eventuele sponsoring door de provincie, hetgeen door PvdA en VVD tot dan toe in het debat verzwegen was. Ingrid Muijs wist van het gesprek met Van Rey gaf ze achteraf toe maar vond het niet nodig daar zelf mee voor de dag te komen. De CdK haalde de kou uit de lucht door toe te geven dat hij het Limburgs Parlement ten onrechte onvoldoende had geïnformeerd en de stuurgroep ten onrechte groen licht had gegeven voor de bekendmaking van de fusieclub.
Tijdens diezelfde tweede termijn draaide de camera van L1 buiten het zicht van de Staten voor een interview met Daan Prevoo van de SP die de afspraak om geen motie van wantrouwen in te dienen blijkbaar gemist had en zonder enige voorbehoud een motie van wantrouwen tegen de CdK aankondigde.
Het gebrek aan controle in de SP-fractie werd genadeloos uitgebuit door GS en de coalitiefracties. De oppositie werd weggezet als leugenaars. Ger Driessen volgde voorts met een betoog dat GS zich niet zou laten hinderen in haar beleid daarmee het verhaal van de CdK van tafel vegend. Daarmee waren de rapen bij de oppositie, met uitzondering van D’66 die in het hele debat een onduidelijk standpunt innam, gaar. Tijdens de schorsing daarna bezwoer Frische in de wandelgangen de fractie van GroenLinks de CdK niet af te rekenen op de woorden van Driessen maar in het openbaar viel Frische Driessen bij!
Uiteindelijk kwam er geen motie van wantrouwen van SP, VVD, GroenLinks, Partij voor de Dieren en SPD tegen de CdK maar wel tegen GS namens wie Driessen zei te spreken. Deze werd verworpen door tegenstemmen van de coalitie, die geen enkel kritisch geluid had laten horen tijdens het hele debat anders dan richting oppositiefracties, en D’66.
De verhoudingen binnen het Limburgs Parlement zijn ondanks veel gepraat daarover en een heuse heisessie door dit debat verder bedorven. GroenLinks wilde een zakelijk debat over de gang van zaken met betrekking tot de vorming van Sporting Limburg maar het werd van alle kanten een heel ongemakkelijk debat met een onverwachte en negatieve uitkomst. En naar het zich nu laat aanzien is het ongemakkelijk debat nog niet gesloten.