Schriftelijke vragen aan GS:
Eind vorige maand kwamen stichting De Groene Sporenwolf (DGS) en VDL NedCar bijna tot een compromis, maar helaas liepen de onderhandelingen spaak op punten die volgens beide partijen binnen de invloedssfeer van de Provincie liggen.
In ruil voor het intrekken van het bezwaar tegen de kap van het Sterrebos, heeft VDL getracht zoveel mogelijk de stichting in haar eisenpakket tegemoet te komen, maar kon bepaalde, buiten
haar bevoegdheid gelegen toezeggingen, niet waarmaken. De belangrijkste betrof de eis van een robuuste natuurcompensatie en een Green Deal in de vorm van een convenant waarmee een verdere afkalving van de groenvoorziening en de leefbaarheid rond Nieuwstadt (juridisch) voorkomen moet worden. Begrijpelijkerwijs kan een entiteit niet zijnde de overheid, deze eis niet eenzijdig inwilligen. Daar staat het openbaar bestuur – bevoegd gezag op ruimtelijke ordening –
voor aan de lat. Dan is het – heel eufemistisch uitgedrukt – verbazingwekkend dat de Provincie zo gemakkelijk de verantwoordelijkheid van zich afschuift door te stellen dat:
‘’ In december 2020 is het Provinciaal Inpassings Plan voor de gebiedsontwikkeling voor VDL Nedcar vastgesteld en zijn de daarbij behorende vergunningen verleend. De provincie heeft in de
gesprekken zoals die op dit moment door VDL NedCar met De Groene Sporenwolf worden gevoerd, geen rol.’’ 1
Draagvlak middels participatie en zelfs eigenaarschap is tegenwoordig het credo als we het hebben over de aanpak van de hedendaagse opgaven, waarbij belangen uit tegengestelde maatschappelijk urgente thema’s ten opzichte van elkaar moeten worden afgewogen. Daarin is juist voor de overheid een heel belangrijke rol weggelegd: als bevoegd gezag voor ruimtelijke projecten, als het orgaan dat draagvlak kán en moet creëren, als het orgaan waarvan in het handelen de politieke keuzes tot uiting komen.
1 https://www.limburger.nl/cnt/dmf20220103_95829258
De initiatiefnemer zelf is bereid de omwonenden en belangengroepen tegemoet te komen in hun eis, en de overheid die dat vlot kan trekken, trekt er haar handen van af. Onbegrijpelijk, vindt GroenLinks.
Wij hebben de volgende vragen (gelieve afzonderlijk te beantwoorden, niet clusteren!):
1. Wat vindt de Provincie van het feit dat de initiatiefnemer – hangende een
rechtszaak bij de rechter – zich opeens toch genoodzaakt ziet om uit eigener beweging het compromis op te zoeken met de bezwaarmakers en bereid is daarin heel ver te gaan?
2. Wat vindt de Provincie van het feit dat na jaren durende procedure om te komen tot vaststelling van een PIP, waar zoveel weerstand tegen is, de initiatiefnemer toch bereid wordt gevonden om in verregaande mate de omwonenden tegemoet te komen, terwijl de Provincie al die tijd beweerde dat aan compensatiemaatregelen het maximaal haalbare al is gedaan?
3. Wanneer van meet af aan – bij de afweging van de belangen – de natuur, de leefbaarheid en de compensatiemaatregelen die daar tegenover dienen te staan, niet te lichtzinnig worden opgevat, kunnen langdurige procedures en rechtszaken – die altijd een verliezer kennen – voorkomen worden. Wilt uw College bij toekomstige projecten die ten koste van natuur, de natuurbelangen meteen in allereerste instantie net zo volwaardig mee te laten wegen als de economische belangen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
4. Welke lessen trekt u uit dit dossier als het gaat om belangenbehartiging, participatie en verwachtingsmanagement?
In de mededeling portefeuillehouder van d.d. 5 januari jl. (GS DOC 00217740), brief gedeputeerde Satijn, lezen we het volgende:
‘’ Ons college heeft ook geen verzoeken gekregen om onderdeel te worden van eventuele afspraken die uit deze gesprekken voortkomen. Wel is ambtelijk antwoord gegeven op een vraag van VDL Groep naar de consequenties van eventuele aanpassingen aan de infrastructuur in de directe omgeving van de fabriek. Daarbij is van de zijde van de Provincie als uitgangspunt gehanteerd dat afwijking van het door Provinciale Staten vastgestelde PIP mogelijk zal leiden tot een herziening van het PIP met bijbehorende inspraakprocedures en benodigde aanpassingen van onderzoeken welke nieuwe besluitvorming vereist.’’ 2
5. Is het correct dat de Provincie op geen enkele manier betrokken is geweest bij de onderhandelingen, en daar ook geen schijn van heeft gegeven, in handelen of uitlatingen die enige betrokkenheid, expliciet of impliciet zouden kunnen suggereren?
6. Zo ja, waarom deels wel? En waarom heeft de Provincie de regie daarin niet volledig naar zich toe getrokken?
7. U spreekt van ‘afwijking van het door PS vastgestelde PIP’. Beoordeelt u de afwijking in verruimende zin of juist in beperkende zin? M.a.w. zou een eventuele afwijking de verleende vergunningen voor de uitbreiding verruimen of juist inperken?
8. Indien voor het maatregelenpakket een afwijking van het vastgestelde PIP noodzakelijk is, en deze afwijking geenszins een verruiming in de ruimtelijke dimensies van het project met zich meebrengt is in dat geval persé vaststelling door PS opnieuw vereist?
Zo niet, welke mogelijkheden – zonder tussenkomst van PS – zijn er dan nog?
2 https://ris2.ibabs.eu/Reports/ViewListEntry/Limburg/368d6f41-892a-4b53-aa3a-01b7cf9b6bc5
9. Volgens de brief van DGS heeft de provincie reeds een transparant geluidsscherm aam VDL Nedcar toegezegd om tot een compromis met DGS te komen. Kan GS dit bevestigen?
Op 18 december 2020 hebben wij per motie 2703 het College opgeroepen om, net als bij de infrastructurele werkzaamheden, ook voor de kap van het Sterrebos een go/no-go moment in te bouwen, met als voorwaarde dat VDL pas met de kap mag aanvangen wanneer officieel een contract is getekend met een nieuwe opdrachtgever. Liefst dezelfde voorwaarden als bij de aanpassingen in de infrastructuur. Deze motie werd destijds sterk afgeraden door het College. Vanwege een stringent kapvenster van negen weken dat vanaf oktober zou lopen zou dit onmogelijk zijn.
Nu zien wij merkwaardig genoeg een shift in deze periode: VDL heeft tot 1 maart 2022 om in geval van toestemming de bomen te rooien.
10. Hoe is dit te verklaren? Zijn wij destijds verkeerd ingelicht? Kunt u reflecteren op deze gang van zaken?
11. Waarom is het college wel bereid om zoveel miljoenen te stoppen in de aanpassingen in de infrastructuur en in verhouding zo weinig in de natuurcompensatie, het leefbaarheidsfonds en andere zaken? Wat is de redenering van deze, in onze ogen, zeer kromme verdeling.
Graag zien wij de beantwoording binnen de daarvoor gestelde termijn.
Thea Jetten
Statenlid GroenLinks