Geacht college,

In januari 2020 zijn er voor de gemeenteraden van Echt-Susteren en Sittard-Geleen presentaties gegeven over de varianten gebiedsontwikkeling VDL NedCar. Op sheet 18 van die presentatie1 staat dat alle vijf aan de gemeenten en omwonende voorgelegde infravarianten boven budget zijn, en dat de optimale varianten significant boven budget zijn.

De PvdA heeft daar op 24 januari 2020 schriftelijke vragen over gesteld. De beantwoording2 van die schriftelijke vragen dateert van dinsdag 11 februari 2020, maar de antwoorden zijn pas op maandag 17 februari 2020 aan Provinciale Staten verzonden.

Op onze vraag of GS per infrastructurele variant kan aangeven met welk bedrag het beschikbare budget wordt overschreden was uw antwoord: Nee. En u geeft daarbij de volgende toelichting: “Op 24 september 2019 bent u, middels een mededeling portefeuillehouder, geïnformeerd over de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Het NRD is de inhoudsopgave van de Milieu Effecten Rapportage (MER) die nu in het kader van het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) wordt uitgewerkt. In de genoemde mededeling hebben wij gemeld dat er twee extra (bovenop de oorspronkelijke drie varianten) in de MER worden onderzocht. In de NRD is melding gemaakt van kostenoverschrijdingen van de oorspronkelijke drie varianten. In het kader van het plan- en ontwerpproces voor het Provinciaal Inpassingsplan Uitbreiding VDL Nedcar worden de 5 infrastructuur-varianten uitgewerkt. In het verlengde hiervan zijn wij in gesprek met de directie van VDL Nedcar over aanvullende financiering van de infrastructurele maatregelen. Op het moment dat wij hierover overeenstemming hebben zullen wij u nader berichten.” Eén dag later, op 18 februari 2020, stelt GS de voorkeursvariant vast. Uit de stukken begrijpen wij dat de kosten van de 5 verschillende varianten zeer uitdrukkelijk zijn meegewogen in uw besluit voor de voorkeursvariant.

Bovenstaande reconstructie roept bij ons de volgende vragen op:

1. Op welke datum/data zijn de schriftelijke vragen van 24 januari 2020 besproken met de verantwoordelijk portefeuillehouder? Graag ontvangen wij de gespreksverslagen en/of de correspondentie over deze schriftelijke vragen. 1 Bijlage bij de schriftelijke vragen 2 Beantwoording schriftelijke vragen budgetoverschrijding gebiedsontwikkeling VDL Nedcar

2. Op welke datum/data zijn de schriftelijke vragen van 24 januari 2020 besproken met het college van GS? Graag ontvangen wij de gespreksverslagen en/of de correspondentie over deze schriftelijke vragen met andere leden van GS dan de verantwoordelijk portefeuillehouder. De PvdA sloot de schriftelijke vragen van 24 januari 2020 af met het vriendelijke verzoek om ons de beantwoording toe te sturen voor de Statenvergadering van 14 februari 2020. Wij deden dit verzoek, omdat wij de antwoorden graag wilden meenemen in de behandeling van Statenvoorstel Heroverweging Mobiliteitskader.

3. De antwoorden op onze schriftelijke vragen zijn op dinsdag 11 februari 2020 in GS behandelt, maar zijn pas op maandag 17 februari 2020 aan ons verzonden. Kunt u uitleggen waarom verzending van de beantwoording van deze schriftelijke vragen bijna een week op zich heeft laten wachten? In de aangehaalde mededeling portefeuillehouder van 24 september 20193 wordt met Provinciale Staten het volgende gedeeld: “Het advies en de zienswijzen hebben er toe geleid dat twee extra vereenvoudigde infrastructuurvarianten onderzocht worden in het MER. Bij deze vereenvoudigde varianten wordt onderzocht hoe de knelpunten van de bereikbaarheid en doorstroming opgelost kunnen worden met minder ingrijpende maatregelen (minder asfalt en beton) in combinatie met slimme mobiliteitsmaatregelen. Voor deze varianten is het door uw Staten vastgestelde budget uitgangspunt.” Ook wordt aan de mededeling portefeuillehouder een linkje toegevoegd waar Provinciale Staten de Notitie Reikwijdte en Detailniveau en de bijbehorende bijlages kan vinden. Op pagina 135 van het bijlageboek staat onderstaande tabel, met daarbij de volgende toelichting: “In alle scenario’s zijn forse investeringen in de openbare infrastructuur + compensatiemaatregelen (planschade, eventueel te saneren woningen en geluidsmaatregelen) nodig oplopend van ongeveer €21 tot circa €30 miljoen (+/-40%). In alle scenario’s zijn aanpassingen aan de aansluiting van de A2 nodig, de extra impact hiervan wordt nog onderzocht. Als gevolg van aanpassingen aan de openbare weginfrastructuur bestaat er een kans dat mogelijk een nog nader te bepalen aantal huizen zal moeten worden geamoveerd.” Op pagina 136 van het bijlage boek staat over deze ramingen ook de volgende opmerking: “Opmerking: ten tijde van de het maken van de analyse onder deze nota was er nog geen volwaardig bruikbaar verkeersmodel voorhanden om de effecten volledig door te rekenen. Op basis van expert-judgement is een verwachting uitgesproken van de toename van verkeersintensiteiten op wegvakken en kruispunten en zijn op basis hiervan maatregelen bepaald. De definitieve doorrekening van het uiteindelijke te kiezen voorkeursscenario met de exacte omvang van de maatregelen bevestigen dan wel kunnen leiden tot kleine nuanceringen. Vooralsnog is uitgegaan van een worst-case scenario en zullen de maatregelen waarschijnlijk niet groter uitvallen.” 3 Mededeling Portefeuillehouder Notitie Reikwijdte en Detailniveau Gebiedsontwikkeling VDL Nedcar

4. Kunt u voor ons verduidelijken welk scenario hoort bij welke infrastructurele variant? Als wij de bedragen uit deze tabel vermeerderen met de hierboven genoemde 40%, dan zitten we voor alle varianten nog steeds binnen het in juni 2019 vastgestelde budget van 42 miljoen. Ook staat er dat is uitgegaan van een worst-case scenario en dat maatregelen waarschijnlijk niet veel groter uitvallen. Toch blijkt nu dat optimale varianten 50 á 60 miljoen duurder zijn dan het beschikbare budget en dat de “sobere en doelmatige” varianten zijn 10 en 20 miljoen duurder uitvallen dan het beschikbare budget.

5. In januari 2020 kondigt u bij gemeenten, omwonenden en andere belangengroepen aan dat alle varianten boven budget zijn en dat de optimale varianten significant boven budget zijn. Wat waren de geraamde kosten van de 5 infrastructurele varianten op 21 juni 2019, 24 september 2019, 1 januari 2020, 11 februari 2020 en 18 februari 2020? En kunt u per variant aangeven hoe eventuele verschillen te verklaren zijn?

6. Op 18 februari 2020 neemt u een besluit over de voorkeursvariant, mede op basis van de kosten van de onderzochte varianten. Tijdens het debat in de Commissie FEB van vrijdag 27 november 2020 werd duidelijk u zich bij het besluit voor de voorkeursvariant baseerde op een P50 raming. Waarom heeft u onze vraag, om per infrastructurele variant aan te geven met welk bedrag het beschikbare budget wordt overschreden, met “nee” beantwoord, als u die informatie op dat moment wel had?

7. Indien u vindt dat deze informatie gevoelig is en niet in openbaarheid gedeeld kan worden. Waarom heeft u ons dan niet vertrouwelijk geïnformeerd over de kosten van deze infrastructurele varianten?

8. In de mededeling portefeuillehouder van 21 februari 20204 , waarin GS aan Provinciale Staten mededeelt wat de voorkeursvariant is, staat wel dat u met VDL en de rijksoverheid in gesprek bent om tot een sluitende dekking voor de infrastructurele werken te komen. U verbindt daar zelfs een termijn aan. Maar u deelt niet met ons hoeveel de gekozen infrastructurele variant kost. Waarom niet? 4 Mededeling Portefeuillehouder d.d. 21 februari 2020 inzake keuze voorkeurvariant gebiedsontwikkeling VDL

9. Uit een mededeling portefeuillehouder van 14 mei 20205 blijkt voor het eerst een indicatie van de hoogte van de budgetoverschrijding. In die mededeling schrijft u dat de projectkosten met 22 miljoen zijn toegenomen. Kunt u toelichten waaruit dit tekort aan projectkosten op dat moment bestaat? 10. Welke afspraken hebben Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten met elkaar gemaakt als het gaat over de informatieplicht in het algemeen, en informatiebericht bij mobiliteitsprojecten in het bijzonder?

Vertrouwende op beantwoording binnen de gestelde termijn, Namens de PvdA, SP en GroenLinks fracties, Aleida Berghorst, Marc van Caldenberg en Thea Jetten