Gedeputeerde Jasper Kuntzelaers (PvdA) vertelt de Provinciale Staten hierover bij de behandeling van de Programmabegroting. Hij doet dat na vragen van GroenLinks-Statenlid Eric Sol, die onlangs in de Staten vroeg voor zulke opslagplaatsen en ecologisch bermbeheer zonder klepelmaaiers. Zo kan de biodiversiteit worden vergroot.
Klepelmaaier ‘killer’
Klepelmaaiers brengen veel schade toe aan dieren, planten en bodemleven. Soms blijft het maaisel ter plekke achter. Dat zorgt voor verstikking van andere soorten. Eric Sol: “Klepelmaaiers zijn echt killers van biodiversiteit.”
Biodiversiteit in gevaar
Als het afval van klepelmaaiers wel wordt afgevoerd, bijvoorbeeld via een maaizuigsysteem, worden veel insecten, eitjes, larven, rupsen en zaden verwijderd. Ook dat maakt de biodiversiteit kapot.
Geen monitoring
Veel gemeenten in Limburg voeren ecologisch bermbeheer uit, maar niet genoeg. Dat blijkt uit een enquête van de Natuur- en Milieufederatie Limburg uit 2020. Zo wordt biodiversiteit meestal niet gevolgd en zijn er bijna geen maaiers opgeleid voor ecologisch bermbeheer.
Bestuursopdracht ontbreekt
Landelijk onderzoek van de Universiteit Wageningen uit 2022 maakt verder duidelijk dat veel overheidsorganisaties op dit vlak een duidelijke bestuursopdracht missen.
Ecologische knooppunten
In Limburg liggen in totaal 611 hectare bermen langs wegen. Als die allemaal ecologisch worden beheerd, is dat van onschatbare waarde, aldus Eric Sol: “Ze vormen dan een netwerk van ecologische linten voor behoud en herstel van diverse flora en fauna.”
Vergroende bushokjes
Om die reden zal Gedeputeerde Kuntzelaers in zijn beantwoording aan de Provinciale Staten ook ingaan op mogelijkheden om het ecologische netwerk van bermen langs wegen uit te breiden. it kan onder andere door bijenhotels op rotondes te plaatsen en bushokjes te vergroenen.
Zes soorten bermen
Bij natuurvriendelijk bermbeheer onderscheiden we vaak zes soorten zones, die verschillen in hoe ze gebruikt worden door mensen, dieren en planten. Van picknickplekken langs de weg, met een minimale ecologische functie, tot en met bijzonder biodiverse zones voor meer bloemen en kruiden.
Schuil- en overwintergebieden
Bijzonder biodiverse zones zijn schuil- en overwintergebieden voor insecten en kleine fauna, zoals spinnen, vogels, zoogdieren en amfibieën, die er zich ook voortplanten. Tussenliggende zones functioneren als voedselgebieden voor insecten, met bloemen en kruiden, en soms ook als ruigtes (plekken met dichte begroeiing) die beschutting bieden.
Diverse beheersmethoden
Voor elke zone gelden andere beheersmethoden. Deze beheersmethodes hebben eigen aanbevelingen voor maaimachines (geen klepelmaaiers), maaihoogte (hoger is beter, dan overleven meer insecten, eitjes en rupsen), maaipatronen (steeds een ander deel maaien, altijd 15 tot 30 procent laten staan), de maaifrequentie (afhankelijk van de voedselrijkheid van de bodem), de in te zaaien soorten, en de omgang met het maaiafval.
(foto Karolina Grabowska / Pixabay)