De vragen zijn voorgelegd naar aanleiding van een brief van Gedeputeerde Staten met betrekking tot de genoemde onderwerpen. In deze brief wordt onder meer gesproken over 'het zo compleet mogelijk maken van een beoordelingskader voor keuze van een locatie'. Er bestaan reeds vele technische, ruimtelijke en milieutechnische randvoorwaarden voor de vestiging van een nucleaire faciliteit. Bovendien zijn beslissingen in deze volgens de Kernenergiewet voorbehouden aan het Rijk. Daarom verzoeken wij om antwoord op de volgende vragen:

'Is het College met ons van mening dat "het zo compleet mogelijk maken van een beoordelingskader voor keuze van een locatie" geen onderdeel vormde van de taken zoals verwoord in de startnotitie die ten grondslag lag aan de alliantievorming?

Waarom ziet GS een aanvullende rol weggelegd voor de Provincie Limburg als het gaat om de locatiekeuze voor een nucleaire faciliteit?

U schrijft in de aangehaalde brief: "De Provincie wil binnen deze alliantie vooral informatie geven. De feiten op orde hebben en deze transparant en (goed) uitlegbaar aan de Limburgers presenteren. Veel mensen zijn zich onvoldoende bewust van de werkelijke risico's en problematiek rondom kerncentrales waardoor deze veelal te groot worden afgeschilderd."

Nucleaire incidenten worden geschaald in de zogenaamde INES-categorieën, oplopend van 0 (een afwijking zonder veiligheidsrisico) tot 7 (catastrofaal falen met vrijkomen van grote hoeveelheden radioactief materiaal). Er zijn nu wereldwijd 177 kerncentrales ten behoeve van energieproductie in bedrijf met 438 cores. We kennen 7 incidenten op INES-schaal 5 of hoger waarvan 2 op schaal 7 (Tchernobyl en Fukushima). Er hebben tenminste 5 core meltdowns plaatsgevonden.

Hierover hebben wij de volgende vragen gesteld:

Is het College bekend met bovenstaande cijfers?

Indien het antwoord op vraag 5 "ja" is: Waarom is het College van mening dat risico's veelal te groot worden afgeschilderd? Indien "nee": Waarom permitteert het College zich opvattingen over veiligheid van kerncentrales zonder deze cijfers te kennen?

De Alliantie is primair een netwerkorganisatie van belanghebbenden. Wij zien in de verwoording van de aangehaalde brief en de selectie van onderwerpen een bevestiging dat de Alliantie daarom niet goed is toegerust om op objectieve wijze het maatschappelijk debat te faciliteren. Zo zijn er ook veel mensen die denken dat kernenergie goedkoop is of dat hoog-radioactief afval geen probleem is.

Hierover hebben wij de volgende vragen:

Hoe denkt het College het maatschappelijk debat te faciliteren op basis van een volledig en afgewogen beeld van alle voor- & nadelen van (kleine) kerncentrales?'

De fractie ziet de beantwoording met belangstelling tegemoet.