Er is veel te doen over Chemelot. Het chemische complex moet verduurzamen, daar is iedereen het over eens. Verduurzamen vraagt heel veel groene energie, groene waterstof en groene koolstof. Maar we lezen vooral sombere berichten.
Energiebedrijf RWE stelt zijn investeringen in fabrieken om waterstof uit restafval te produceren uit. De Delta-Rhine Corridor met nieuwe buisleidingen komt later. De uitbreiding van het hoogspanningsnet roept veel discussie op. Daarnaast zijn er zorgen over de uitstoot van microplastics, PFAS en andere Zeer Zorgwekkende Stoffen.
Sommige leden van Provinciale Staten herhalen in De Limburger de oproep dat het Rijk meer moet doen. Maar van het huidige kabinet valt niet veel te verwachten. Als lid van GroenLinks in Provinciale Staten pleit ik daarom voor een beter plan. Een plan waarin we keuzes maken voor de economie van de toekomst. Want “Niet alles kan”, zoals ook de titel van het Adviescollege Stikstofproblematiek uit 2020 luidde.
Cijfers
Een beter plan zou gebaseerd moeten zijn op heldere cijfers. Cijfers over werkgelegenheid. Over de bijdrage van Chemelot aan de Limburgse economie. Over de hoeveelheid geld die terecht komt bij buitenlandse aandeelhouders. Cijfers over de uitstoot van afzonderlijke fabrieken. Maar we weten heel veel niet. Wat we wél weten is dat Chemelot 25 keer meer stikstofoxide uitstoot dan Rockwool, de nummer 2 in Limburg.
De Provincie moet stoppen met steun aan industrie die producten maakt die we niet meer willen. Chemelot maakt niet alleen plastics. Een groot deel van Chemelot Noord is ingeruimd voor op stikstof gebaseerde producten. Vooral kunstmest. Stoppen met de productie van kunstmest levert een forse vermindering op van de stikstofuitstoot. Dat is hard nodig voor infrastructuur, woningbouw en landbouw. Er is geen of minder ruimte nodig op de Lexhy, Graetheide of Zevenellen.
GroenLinks is niet tegen plastics. Maar PVC is goedkoop en vervuilend vanwege het chloor dus ook steun aan die productie zou heroverwogen moeten worden. Voor andere producten die op Chemelot worden gemaakt is het nog zoeken naar een antwoord.
Het zou goed zijn als RWE de richting van het FUREC project zou heroverwegen. Met dit project wil RWE grote hoeveelheden restafval kraken (verhitten zonder zuurstof) voor de productie van waterstof. Kraken biedt voordelen boven verbranden maar de balans is nog niet helder. Dat vindt ook de Commissie MER die de plannen heeft beoordeeld.
Als Chemelot minder groene waterstof nodig heeft hoeft dat ook niet op grote schaal te worden gemaakt. Zoek synergie met de fabrieken van Itero en Plastic Energy. Deze bedrijven richten zich op het omzetten van onverwerkbaar plastic afval in synthetische olie en bouwen op Chemelot grotere fabrieken. In plastic zit veel meer koolstof dan in restafval. De opschaling versnellen is nodig want er moeten miljoenen tonnen fossiel nafta worden vervangen.
Zet in op nieuwe werkgelegenheid. Bij elke verandering ontstaat de vrees voor banenverlies. Maar de vraag naar procesoperators is groot. Fabrieken voor kunstmest of plastic hebben sowieso relatief weinig personeel. De personeelskosten zijn in deze sector hooguit 10% van de omzet. De komst van nieuwe bedrijven kan juist extra werkgelegenheid scheppen.
Strategie
Kies! De huidige strategie van Chemelot is om grotendeels op de huidige voet door te gaan, mits de overheid groene energie, groene waterstof en groene koolstof faciliteert. Ik hoop oprecht dat Chemelot straks op grote schaal duurzame plastics kan produceren. Maar verwacht van mij geen onvoorwaardelijke liefdesverklaring. Provinciale steun moet zijn gekoppeld aan transparantie over de economische bijdrage en milieu- en gezondheidseffecten van afzonderlijke fabrieken. Dat begint met een betere scheiding tussen vergunningverlening en handhaving.
Een beter plan voor Chemelot kan wel eens de belangrijkste industriële beslissing van de 21e eeuw worden. Ik besteed daar graag mijn eigen ‘groene’ energie aan!
Dit artikel verscheen 20 november als opiniestuk in De Limburger. Foto NED2011 - YXY, CC BY 3.0.