De wereld om ons heen verandert razendsnel. Binnen de afgelopen beleidsperiode hebben we te maken gehad met twee coronacrisissen, een oorlog op het Europese continent, stijgende prijzen voor grondstoffen en extreme tarieven voor energie. Tegelijkertijd zien we grenzen aan de groei. Steeds nadrukkelijker realiseren we ons dat het anders moet. GroenLinks pleit daar al jaren voor. Verduurzaming is geen hobby! Verduurzaming is pure noodzaak. In de landbouw, in de industrie en in ons consumptiepatroon.
Deze begroting is de laatste in de beleidscyclus van deze periode. En wat mij raakt is dat veel in deze begroting gewoon voortbouwt op de bestaande beleidslijnen uit het verleden. Wij gaan vrolijk door op de ingeslagen weg. Een voorbeeld: we constateren dat logistiek en industrie nog steeds sterke sectoren zijn in Limburg. Gezien de overwegingen hiervoor zou alleen dat al een heroverweging waard zijn. Is het realiseren van multimodale knooppunten in de logistiek in het licht van verduurzaming wel de verstandigste beleidskeuze? GroenLinks twijfelt daar sterk aan. Wat ons betreft stoppen we met verdozing van het landschap. Veranderen moet, verduurzamen is noodzaak!
In ons economisch beleid zetten we vooral in op meer en nog meer. Vooral op meer bedrijven en meer werkgelegenheid. Maar wie gaan er in die bedrijven werken? In ons eigen meerjarig perspectief op weg naar 2040 voorspellen we dat mede door de vergrijzing in Limburg ongeveer een derde van de beschikbare banen ingevuld moet worden door arbeidsmigranten. Dat vormt niet alleen een economische uitdaging maar levert ook een vraagstuk op voor wat betreft wonen, integratie en ruimtegebruik.
De integraliteit van maatschappelijke vraagstukken zien we te weinig terug in de verschillende beleidsvelden. Je kunt niet vrolijk bedrijven werven zonder na te denken over waar en hoe mensen gehuisvest moeten worden.
Door wat er in de wereld om ons heen gebeurt, staat de bestaanszekerheid onder grote groepen Limburgers onder druk. Het aantal aanmeldingen bij de Voedsel- en Kledingbank, het Tientjesfonds/Limburgs Diaconaal Fonds en Stichting Leergeld neemt fors toe - soms met meer dan 100 procent. Steeds meer mensen hebben ondersteuning nodig. Gelukkig zien we dat het Rijk en de Gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen. Maar als Provincie dienen ook wíj ons af te vragen wat we kunnen doen om de nood te lenigen.
In september is met algemene stemmen de motie Claassen aangenomen inzake armoedebestrijding en laaggeletterdheid. Een voortgangsbericht ontbreekt tot dusver. Wanneer kunnen wij dit verwachten en hoe wordt rekening gehouden met de komende jaren? GroenLinks verwacht niet dat de wereld op zo’n korte termijn verandert en dat die ondersteuning in 2023 en misschien wel 2024 nog steeds nodig zal zijn.
Wat betreft de gezonde lunch of fruit zijn er gemeenten die in het kader van de gezonde basisschool van de toekomst niet alleen de deelnemende scholen ondersteunen maar dit nu uitbreiden naar álle basisscholen. Is de vraag bij de provincie binnengekomen om voor deze uitbreiding co-financiering te leveren? Zo ja hoe staat het College hier in?
De crisis heeft de cultuur ook enorm geraakt. Met de corona-ondersteuning is er voor gezorgd dat een complete instorting van het cultuurdomein is uitgebleven. Tegelijkertijd zien we dat het herstel te langzaam op gang komt. Bezoekersaantallen blijven nog steeds achter.
Is het College het met GroenLinks eens dat het voor de cultuur in Limburg goed zou zijn als één van de musea in Limburg bevorderd zou worden tot een Rijksmuseum? Is het College bereid deze lobby samen met de sector in te zetten?
Een van de hoofdpijndossiers - en het is echt om te huilen - is het Maaslijndossier. Wéér vertraagd en als we de pers moeten geloven wederom een gigantische prijsverhoging. Tegelijkertijd zien we dat diverse partijen de noodzaak van de elektrificatie van deze lijn nogmaals onderstreept hebben. Ik doe een klemmend beroep op het College om hiervoor alle middelen uit de kast te halen. Wordt het niet eens tijd dat we met een speciale trein naar Den Haag reizen om het belang nog steviger voor het voetlicht te brengen? De realisatie van de Maaslijn is natuurlijk in de eerste plaats Rijksverantwoordelijkheid. De rekening van De Maaslijn hoort dan ook bij het Rijk thuis.
De Provincie heeft de opdracht om vóór 2030 23.400 nieuwe woningen te realiseren. Daarbij is voor de Provincie niet alleen de rol als monitor weggelegd, maar ook als aanjager met een bevoegdheid tot aanwijzing. Er dient een verdeling plaats te vinden over de 31 gemeentes. Voor 1 juli 2023 moet een overzicht beschikbaar zijn van wat waar en voor wie gebouwd gaat worden. Dit houdt een rolverzwaring voor ons College in. Bent u op streek met het realiseren van dit overzicht en wanneer kunnen we dit verwachten? Want ik neem aan dat - voordat de lijst naar Den Haag gaat - deze nog in PS besproken wordt. Klopt die aanname?
Wat we keer op keer op keer zien is dat - als het om hoogwaterveiligheid gaat - er vooral naar technische oplossingen wordt gekeken. Dat is een gemiste kans, omdat de kwaliteit van die oplossingen hem juist zit in bekenherstel, ruimte voor de rivieren, bergingscapaciteit realiseren door natuurontwikkeling en natuurkracht benutten. Ook hier geldt weer het motto van GroenLinks: veranderen moet en verduurzamen is noodzaak!
Ik ga naar het thema Milieu, Energie en Klimaat. Eind 2023 moet de res en pes 2.0 opgeleverd worden. Daarin staat hoe de energiemix uit res 1.0 wordt uitgevoerd. Gaan wij in dit verband de achterstand van Limburg in de productie van windenergie ooit nog inhalen?
In het kader van het Schone Luchtakkoord zien we dat het knelpunt van de fijnstofproblematiek veehouderijen in Nederweert ligt. Ik citeer op pagina 60: ‘Ultimo 2023 zijn de activiteiten afgerond.’ Wat houdt dat in? Betekent dit dat het onderzoek naar de oplossingen afgerond is en we die oplossingen gaan uitvoeren? Of zijn die knelpunten met betrekking tot de fijnstof van veehouderijen in Nederweert opgelost... Ik denk dat hier maar één antwoord mogelijk is: veranderen en verduurzamen moet!
Als er ergens een plek is waar integraliteit noodzaak is, dan is het wel bij het thema Landelijk Gebied. Normen van de Kaderrichtlijn Water geven aan, aan welke kwaliteitseisen ons grond-, oppervlakte- en drinkwater moet voldoen. 95% voldoet daar op dit moment niet aan. De stikstofproblematiek, uitstoot, mest en pesticiden en noem maar op: de Europese Unie legt verscherpte normen op. Al deze thema’s komen bij elkaar in dat landelijk gebied. Het Rijk verplicht Provincies tot een gebiedsgerichte aanpak per regio. In de begroting wordt het proces beschreven van samenwerking met diverse stakeholders in de regio’s. Hanteren we daarbij de regel haalbaar, betaalbaar en met draagvlak? Of hanteren we de kwaliteitsnormen die we moeten halen als scherp kader.
Het moge duidelijk zijn, GroenLinks vindt dat voor de gebiedsgerichte aanpak de kwaliteitseisen en -normen een vaststaand gegeven zijn en als uitgangspunt dienen. Hoe staat het College hierin? Dit wordt immers de grootste opgave onder het motto veranderen en verduurzamen moet. Is het College het ermee eens dat dit een grotere opgave is dan die van de gebiedsgerichte aanpak stikstofproblematiek? En dat alles samen komt?
Hiervoor dienen wij een motie in inzake reductie geur-, geluid- en fijnstofoverlast randvoorwaardelijk bij uitwerken gebiedsplannen.
In het openbaar bestuur krijgen we steeds nadrukkelijker te maken met het Rijk dat de Provincie de taak oplegt om tot resultaten te komen in de regio’s. Denk aan die woonruimteverdeling over de gemeentes, de aanwijzing van de opvang van asielzoekers of aan de gebiedsgerichte aanpak in het landelijk gebied. De Provincie is hier niet alleen de organisator en regisseur van samenwerkingverbandenmaar is ook resultaatverantwoordelijk. Dat betekent dat er in voorkomende gevallen forse ingrepen gedaan zouden kunnen worden in de realisatie van de maatschappelijke doelen. Deelt het College de mening van GroenLinks dat hier sprake is van een veranderende rol voor de Provincie?
Het moge duidelijk zijn: GroenLinks staat voor verandering en verduurzaming!