Gedeputeerde Ger Koopmans zit vol dadendrang. Hij heeft zich onder andere de portefeuille cultuur eigen gemaakt en wil nogal wat veranderingen in het cultuurbeleid aanbrengen. Dat kan niet wachten tot de verkiezingen of een algemene herbezinning van het Beleidskader Cultuur die over een goed halfjaar op de rol staat. Maar voor beleidswijzigingen moet je bij Provinciale Staten zijn en dus heeft hij de Accentennotitie Cultuur ‘Bloeiend Limburg’ geschreven. (In zijn hele taalgebruik spreekt hij van ‘ik’.) En dus ‘jast’ Ger Koopmans in een week tijd de notitie door de Staten (5-12 commissie Cultuur en 12-12 PS).

 

 

Nu moet ik erkennen dat er inhoudelijk weinig opmerkingen te maken zijn over de Accentennotitie en daar kon GroenLinks, net als de rest van Provinciale Staten mee instemmen. De genoemde initiatieven zijn allemaal oké. En of het slechts het verleggen is van ‘accenten’ of dat het gewone  beleidswijzigingen zijn, dat is kwestie van wat verhullend taalgebruik. Maar de notitie had wel het kenmerk van een echte beleidsnota op hoofdlijnen, die dus aan Ger Koopmans voldoende handelsruimte overlaat. Er staat niet in wat er daadwerkelijk gaat veranderen en hoeveel geld hiermee gemoeid is. Enerzijds is het gissen wat de hoeveelheid subsidie is die een nieuw initiatief mag verwachten, anderzijds is er ook sprake van afbouw. ‘Afbouw’ noemt de nota wel maar wordt in het geheel niet ingevuld.

Krijgen bestaande initiatieven minder? Van dergelijke consequenties van onze beslissing willen we graag vooraf worden geïnformeerd. En we willen ook niet graag geconfronteerd worden met klagende organisaties waarvan de subsidie geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken.

Hij noemde nog het bibliotheekbeleid, waar naar zijn mening efficiënter werken een besparing van € 400.000 zou kunnen opleveren? Maar Ger Koopmans ging niet mee met dat ‘vooraf’. We krijgen via een jaarlijkse rapportage een overzicht van de GS-besluiten tot toekenning van de subsidies. Maar dan heeft de gedeputeerde er al zijn stempel op gezet.

 

Tijdens de behandeling in de commissie gaf Ger Koopmans aan dat hij in het vervolg niet meer initiatieven in de trant van ‘het Jaar van ….’ wil steunen. Er waren weliswaar recent twee goede initiatieven Jaar van de Mijnen en ‘1914’, maar dat was niet voldoende voor het steunen van dit concept.

Want waarom zou een jaarlijks feest van oude burgerwachten wel een structurele bijdrage moeten krijgen en andere belangwekkende cultuurhistorische evenementen niet? En dat terwijl het Oud Limburgs Schuttersfeest met een beetje mooi weer best zichzelf bedruipt.

Ik vroeg dan ook of er niet beter gezocht kan worden naar goede inhoudelijke criteria om een initiatief wel of niet positief te bejegenen. Maar Ger vond de uitvoeringskosten van deze eenmalige evenementen te hoog.

 

De zeer wel bespraakte en wat het politieke proces betreft gepokt en gemazelde Koopmans had wel nog een ander ijzer in het vuur om de Staten en in het bijzonder GroenLinks te paaien. Hij wilde de motie Brugman (onze fractievoorzitter) nieuw leven inblazen. In deze door PS aangenomen motie werd enkele jaren geleden geconstateerd dat de cultuurgelden wel voor een erg groot deel in Maastricht terecht komen. Een betere spreiding over de provincie is gewenst.

Tegen het weer oppakken van de motie kan je natuurlijk geen bezwaar hebben. Wel heb ik toegevoegd dat een criterium de bevolkingsaantallen per regio kunnen zijn. Kort door de bocht geredeneerd zou Parkstad Limburg twee keer zoveel geld kunnen krijgen als Maastricht. (Bespeur ik enig besmuikt gelach in de zaal?) Maar nog belangrijker is het om initiatieven te steunen die de moeite waard zijn. En zowel in Noord-Limburg / Venlo als in Parkstad Limburg / Heerlen zijn er voldoende initiatieven die de moeite waard zijn.